Afgelopen woensdag ben ik bij een sessie van het CvTE en CITO geweest op de HU. Leuk om een blik te mogen werpen in de keuken van de examenmakers. Dat helpt toch weer om leerlingen beter voor te bereiden op de komende wiskunde examens. Naast de bekende veranderingen rondom het afronden (niet doen bij tussenresultaten) en hoe je tussenresultaten precies opschrijft zonder punten te verliezen (bijv. 8,235… betekent 8,235 en nog een aantal decimalen), vond ik het vooral erg boeiend om te zien hoe de experts leerlingwerk nakijken en op welke punten dan extra wordt gelet. En belangrijker nog: hoe sleep je als leerling zoveel mogelijk punten binnen als je een vraag niet precies weet en word je toch niet “beschuldigd” van sprokkelen. Ik ga hier de komende tijd met mijn leerlingen wiskunde A en wiskunde B veel aandacht aan besteden. Naast de inhoudelijke kant is het proces van een examen maken ook een erg belangrijke om goed aandacht aan te besteden.
Voor meer informatie kun je ook onderstaande eens goed doornemen. Het komt uit Euclides, het vakblad voor de wiskunde leraar.